elektrische treinstellen

In tegenstelling tot elektrische locomotieven reden er in Nederland al vanaf 1908 elektrische treinstellen. De eerste elektrische treinstellen werden ingezet door de Z(uid) H(ollandsche) E(lektrische) S(poorweg) M(aatschappij) en reden tussen Rotterdam Hofplein en Scheveningen. Omdat er van dit materieel in Bilthaven geen vertegenwoordigers zijn, wordt er verder op dit materieel niet ingegaan.

Vanaf 1924 kwam een grote serie elektrische motorrijtuigen en tussenrijtuigen in dienst. Ze werden bekend onder bijnamen als Stofzuiger (vanwege het geluid) en Blokkebdoos (vanwege de vorm en de schier eindeloze mogelijkheden tot het vormen van combinaties). Aanvankelijk was dit materieel getooid in een groen-crême-kleurstelling. In Bilthaven is een stam in deze uitvoering aanwezig. Later werden de eenheden gestoken in het toen bekende NS-groen. In de jaren '50 was het laatste traject waarop Mat '24 was te zien Amsterdam CS – Amersfoort. In sommige gevallen werd aan zo'n trein een postrijtuig Plan C of Plan L toegevoegd. Dit is ook in Bilthaven zichtbaar gemaakt. Na 1954 is een deel zelfs nog in de toen nieuwe grasgroene kleur op de baan verschenen, maar het einde als zelfstandig ingezet materieel liep was al lang en breed in zicht. Er volgde echter nog ombouw en verschenen er op basis van de Blokkendoos Motorconvooiwagens (mCw's) en Motorposttrekkers (mP's), alsmede in het blauw gestoken getrokken rijtuigen. Deze laatste fungeerden vaak als versterkingsrijtuigen en werden ook ingezet voor militairentreinen, zo ook te Bilthaven.

Vanaf de jaren '30 kwamen grote series stroomlijntreinstellen in dienst. Eerst de Hoek van Hollanders vanaf 1935, later gevolgd door het bekende Mat'36, dat onder meer op het op dat moment geëlektrificeerde Middennet in dienst kwam. Helaas zijn van deze materieeltypen in Bilthaven (nog) geen vertegenwoordigers aanwezig.

Na de Tweede Wereldoorlog was ook van het elektrische materieel veel vernield of weggevoerd. Van het Mat '35, '36 en het nog tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwde Mat '40 (twee- en vijfwagenstellen) werd zoveel mogelijk hersteld, maar door het verloren gegane materieel en de op uitgebreide schaal opgepakte elektrificatiewerkzaamheden, maakte de instroom van nieuw materieel noodzakelijk. Dat kwam er in de vorm van Mat '46 (twee- en vierwagenstellen), dat tussen 1948 en 1952 op de baan verscheen. Mat '46 kan gezien worden als een van de pilaren van het herstel na WO II, dat daarna overging in het op grote schaal moderniseren van het spoorbedrijf. Vanaf 1956 kwamen de Hondekoppen (Mat '54) in diverse series op de baan (321-365, 711-757, Plan F, G, M 1956-1958 en 761-786, 371-393, Plan P, Q 1959-1962), waarmee ook het Blokkendoosmaterieel werd vervangen. In 1957 kwam hiervan zelfs een Benelux-variant voor de dienst tussen Amsterdam – Antwerpen – Brussel. Van deze laatste versie zijn twaalf treinstellen gebouwd. Acht voor rekening van NS en vier voor de NMBS. Van zowel Mat '46 als van de Hondekoppen zijn te Bilthaven diverse vertegenwoordigers in diverse combinaties te zien, aangevuld met stroomlijnpostrijtuigen (Pec's), die vanaf 1938 in dienst kwamen.

Na een prototype TT 501 uit 1961, kwamen vanaf 1964 de treinstellen Mat '64 in dienst. Dertig vierwagenstellen Plan T serie 502-531 en in eerste instantie achtendertig tweewagenstellen Plan V serie 401-438, die tussen 1966 en 1968 op de baan verschenen. Hiervan kwamen de laatste acht in de inmiddels ingevoerde kleur geel in dienst, de huisstijl genaamd. Hierna zijn er nog diverse vervolgseries Plan V gekomen, maar die zijn voor Bilthaven niet meer relevant. Mat '64 vindt in Bilthaven vertegenwoordiging in de vorm van het vierdelige Plan T-treinstel 507.

Blokkendoosmotorwagen mC 9002 'Jaap' tijdens de Oliebollenrit van de NVBS gefotografeerd op de Stichtse lijn tussen Soest en Soestdijk op 30 december 2023. Deze blokkendoos uit 1924 is weer zoveel mogelijk in de afleveringstoestand teruggebracht en daarbij dus gestoken in de groen-crême-kleurstelling, een mooi voorbeeld voor de eveneens in deze uitvoering rijdende driedelige stam te Bilthaven.

Een trein Mat '24, zoals die ook na WO II nog vaak te zien is geweest. De laatste regelmatige diensten bestonden uit forensentreinen tussen Amsterdam CS en Amersfoort. Deze stam bestaat uitsluitend uit in het standgroen geschilderde bakken. In de jaren '50 gebeurde het regelmatig dat er ook in de nieuwe grasgroene kleur geschilderde rijtuigen of inmiddels tot getrokken rijtuig verbouwde blauwe eenheden in een dergelijke stam voorkwamen.

Achterop in de forensentreinen bestaande uit eenheden Mat '24 tussen Amsterdam CS en Amersfoort reed regelmatig een postrijtuig mee. Soms was dit een rijtuig type Plan C (turkoois) of een rijtuig Plan L, zoals hier te Bilthaven.

De treinstellen Mat ´35 t/m Mat ´54 konden met elkaar gekoppeld rijden en daarbij uiteraard ook de stroomlijnpostrijtuigen meenemen. De maximale lengte van dergelijke combinaties omvatte 14 bakken, inclusief stroomlijnpostrijtuigen. Modelbaan Bilthaven kent een combinatie van treinstellen Mat ´54, Mat ´46 en stroomlijnpostrijtuigen. Ook deze combinatie telt 14 bakken. Vooraan twee treinstellen Mat ´54, waarvan het eerste treinstel reeds voorzien is van de bekende snor op de neus, terwijl het tweede stel nog de bloedneusbeschildering heeft. Verderop twee tweewagenstellen Mat ´46.

Het laatste gedeelte van de trein bestaat uit treinstel 770, ingeklemd tussen twee stroomlijnpostrijtuigen. Dit duidt erop dat deze trein onderweg ergens zal worden gesplitst. Het eerste deel, bestaande uit twee tweewagenstellen Mat '54, twee tweewagenstellen Mat '46 en een Pec (stroomlijnpostrijtuig), heeft een andere eindbestemming dan het tweede deel, bestaande uit een vierwagenstel Mat '54 (Plan P treinstel 770) en een Pec. In het grootbedrijf kwamen dergelijke treinen regelmatig voor tussen Amsterdam CS en Groningen/Leeuwarden, waarbij de treinen in Zwolle werden gesplitst. Voor treinen vanuit het Noorden naar Rotterdam CS/DenHaag SS vond zo'n splitsing ook nog in Gouda plaats.