
Stoom locomotief
Van wat er na WO II in Nederland aan stoomlocomotieven reed is in een beperkte selectie aanwezig op Bilthaven. Van de voor de oorlog al aanwezige locs zijn er vertegenwoordigers van de serie NS 3701-3820 in de vorm van de bekende loc 3737, waarvan het grote voorbeeld zich in de collectie van het Spoorwegmuseum bevindt, en de NS 6301-6322, de fraaie 2D2 tenderlocomotieven, in de vorm van de NS 6310 (6317 bevindt zich in Wereld 3 van het Spoorwegmuseum en een replica van 6313 bevindt zich bij Preston Palace te Almelo).
Van de na de Tweede Wereldoorlog bij NS in dienst gekomen stoomlocomotieven zijn (nog) geen vertegenwoordigers van de Zweedse series 4000 en 4700 aanwezig. Van de Britse legerlocomotieven is een exemplaar aanwezig in de vorm van de 1D-Austerity 4329 (Kleine Jeep). Dit was de grootste serie stoomlocomotieven die ooit bij de NS hebben gereden en in totaal zijn dat er 237 geweest, waarbij wel aangemerkt moet worden dat deze nooit allemaal tegelijk in dienst zijn geweest. Dat lag onder meer in het feit dat NS deze locs aanvankelijk huurde en later over ging tot koop van deze machines.
Een aparte groep binnen het stoomlocomotievenbestand van de NS vormden de van de Zwitserse spoorwegen overgenomen locomotieven. Deze waren verdeeld over vijf verschillende series. Vijf 1C-locs met tender serie 3000. Acht 1C-tenderlocs serie 5600, drie C-tenderlocs serie 7800, twee C-tenderlocs serie 7850 en tweeëntwintig 2C-sneltreinlocomotieven serie 3500. Toen deze machines in 1946 bij de NS in dienst kwamen waren ze al behoorlijk op leeftijd en hebben dan ook in Nederland niet lang meer dienst gedaan. Het merendeel was in de jaren 1948/1949 reeds naar de sloper gestuurd. Alleen een deel van de serie 3500 is langer in dienst gebleven. De laatste (loc 3502) verdween in 1952. Over het algemeen werd er bij de NS niet erg veel aan de locomotieven versleuteld en behielden de locs hun zwarte uiterlijk. Wel kreeg een deel de bekende bronzen nummerplaten. Een uitzondering hierop vormde de serie 3500. Hiervan is er minstens een in de groene NS-kleur gestoken. Dit was de 3502, maar zeer waarschijnlijk is ook de 3519 nog groen geweest. De 3500'en hadden een opvallende messing ring om de schoorsteen. Hierom werden ze bij de NS Goudvinken genoemd. In Bilthaven zijn de Zwitserse locs vertegenwoordigd in de vorm van de groene 3502, alsmede de 3505 in zwarte uitvoering.
In Bilthaven zijn de stoomlocs voor minder prominente treinen te zien. Het was allemaal niet meer het grote werk waarvoor de stoomtractie werd gebruikt.

Loc NS 3737 met een korte reizigerstrein tijdens een stop in station Bilthaven. De trein bestaat uit een stalen D (D IV) en tweemaal AB 7500. Het betreft vermoedelijk een overbrengingsrit, aangezien afdelingen 3e klasse in deze trein ontbreken. Omstreeks 1955 werd reeds besloten de 3737 voor het Nederlands Spoorwegmuseum te behouden. Hieraan lagen verschillende redenen ten grondslag. Het was de eerste door Werkspoor gebouwde loc van haar serie en veel moderniseringen zoals nieuwe cilindergietstukken zijn aan haar voorbij gegaan. Rond 1955 kreeg de loc de schoorsteenkrans terug, die bij het overgrote deel van de Nederlandse stoomlocomotieven aan de Duitse oorlogsmachine ten prooi was gevallen. Zo mocht zij op 16 juni 1956 voor de NVBS de afscheidsrit rijden van het houten reizigersmaterieel. Toen de loc tegen het einde van de stoomtijd in Roosendaal was gestationeerd, was zij gekoppeld aan een Austerity-tender. In haar Amsterdamse tijd, voor de dienst naar onder meer Enkhuizen, en na de periode Roosendaal kreeg de loc tender 3746. In deze uitvoering doet de loc dienst te Bilthaven.

Loc NS 3502 tijdens een stop te Bilthaven met een korte reizigerstrein, nog bestaande uit houten materieel. De 3502 behoorde tot een serie van 22 van de Zwitserse spoorwegen overgenomen 2C-locomotieven, die om reden van de koperen rand rond de schoorsteen ook wel Goudvinken werden genoemd. De 3502 heeft in tegenstelling tot de meeste Zwitserse locomotieven bij een grote herstelling de groene NS-kleur gekregen. Als allerlaatste Zwitserse loc in Nederland volgde de buitendienststelling in 1952.

Loc NS 6310 in de nadagen van het bestaan van haar serie. Hoewel voornamelijk voor de zware goederendienst bedoeld, werd bepaald – het was crisis en bij de aanschaf van de 22 zware tenderlocomotieven in 1930/1931 moesten deze zo flexibel mogelijk ingezet kunnen worden – dat inzet voor (zware) reizigerstreinen ook tot het takenpakket van deze machines moest behoren. In de loop van de jaren '50 raakte de serie 6300 veel van deze inzet kwijt en waren de locs in Zuid-Limburg vooral nog voor zware cokes- en kolentreinen te zien. Echter ook toen kende de serie nog reizigerstreinen. Zo mocht een 6300 vanuit Maastricht de D-trein naar Basel naar België brengen. Daarnaast kende de serie de stoptreinen naar Luik. Erg enerverend was deze vertoning niet. In de regel bestond zo'n trein uit een bagagewagen en een enkel personenrijtuig. Hier nadert zo'n trein station Bilthaven.

Loc NS 4329 met een goederentrein in de omgeving van Bilthaven. Deze loc was afkomstig van het Britse leger. Het gaat om een 1D-Austerity. Het was een loctype dat zo sober mogelijk was uitgevoerd, hetgeen de benaming (Austerity betekent soberheid) al aangeeft. De serie 4300 werd ook wel Kleine Jeep genoemd. Dit ter onderscheiding van de eveneens van het Britse leger afkomstige serie 5000. Deze 1E-Austerity's werden Grote Jeeps genoemd. Ze waren minder in aantal en zijn ook sneller afgevoerd dan hun kleinere soortgenoten. Achter de 4329 hangen enkele van het Amerikaanse leger afkomstige goederenwagens. Deze hebben nog grotendeels hun militaire uiterlijk en zijn slechts daar van NS-verf voorzien waar reparatie nodig was of waar NS-nummers en aanduidingen moesten worden geplaatst. Een groot aantal van deze wagens die bij NS in dienst kwamen hebben waarschijnlijk ook nooit een grote onderhoudsbeurt gehad aangezien de uit multiplex opgebouwde wagens een zeer beperkte levensduur hadden en in 1948 ook bijna alle weer uit het bestand verdwenen waren.